Ik ben François en zal bij mijn prille jeugd beginnen. Van kleins af aan heb ik altijd al in God en in Jezus geloofd. Zo ver ik me kan herinneren weet ik nog, dat als bij mij thuis kerst gevierd werd, ik altijd met de kerststalfiguurtjes zat te spelen. Met alle figuurtjes ging ik wild om, behalve met Jezus. Ik denk dat God me toen al duidelijk maakte, dat Jezus heel speciaal is.
Ook kan ik me nog herinneren dat als ik met mijn ouders naar de R.K kerk ging, de schilderijen van de kruiswegstatie me fascineerden.
Toen ik ouder werd geloofde ik ook nog wel, maar ik dacht (als zo veel mensen) ‘Zolang je maar geen bank overvalt of iemand z’n hoofd inslaat, dan kom je er wel.’ Dus met andere woorden: zolang je maar naar je eigen gevoel goed leeft, kom je wel in de hemel.
Ik heb ook nog fases gehad dat ik geloofde in de evolutietheorie. En ook, dat marsmannetjes hier op aarde zijn geweest en dat apen hun eigen DNA hebben ingespoten, waardoor de moderne mens is ontstaan.
Maar diep van binnen wilde ik dat helemaal niet. Want dat alles zou betekenen dat er geen God bestaat en dat aan alles, echt aan alles, ooit een einde komt ( onze aarde, zon, maan en sterren). En dat beangstigde me en gaf me een heel leeg gevoel van binnen.
Op zoek
Rond 1992 ben ik begonnen met drugs te gaan gebruiken en veel uit te gaan. Drie jaar later zat ik op een warme zomermiddag in mijn woonplaats in het openluchtzwembad. Opeens kwam er een jonge man naast me zitten. Hij vroeg uit het niets of ik in Jezus geloofde. Trouwens, in die tijd was ik net begonnen een boek te lezen over een vrouw die een zogenaamde bijna - doodervaring had gehad. Ik zei dus tegen die jongen ( Patrick) dat ik in Jezus geloofde. En ik begon meteen over dat boek te praten. Maar Patrick zei toen dat het geloof toch anders in elkaar zit. Hij heeft me het evangelie vanuit de Bijbel uitgelegd. Ik heb de Heer nog diezelfde dag in mijn leven gevraagd en was toen al heel vurig voor Hem. Dat was dus in 1995.
Terug bij af.
Jammer genoeg ging ik ook nog met mijn oude vrienden om, die gewoon naar de disco gingen, veel dronken en drugs gebruikten. Dus bij mij ging het al gauw weer de verkeerde kant op. Na 4 maanden had ik alweer mijn eerste joint te pakken en een paar dagen daarna zat ik alweer in de disco. Ik geloofde toen wel in Jezus, maar in mijn leven veranderde niets.
Ik dacht wel bijna dagelijks: ‘Wat nou als die christenen wel gelijk hebben en dat jij je echt moet bekeren?’ Maar dan maakte ik mijzelf wijs dat het allemaal maar extreem sektarisch gedoe was.
Vanaf mijn vrij vlugge terugval in de wereld heeft de Heer altijd zijn kinderen op mijn pad gestuurd om me weer ‘thuis’ te brengen. Bijvoorbeeld, op een wel heel harde manier, toen iemand in het langslopen tegen me zei:’Jij gaat naar de hel!’ Een andere keer wilde ik tijdens een wandeling even op een bankje een sigaret roken. Op dat moment keek ik naar beneden. Tussen mijn voeten lag een blaadje. Ik werd nieuwsgierig en raapte het op. Tijdens het lezen draaide ik het om en onderaan stond met pen geschreven: P.S. dit is geen sekte.
Doorbraak
De doorbraak kwam toen een moslim bij mij kwam werken. Al vanaf de eerste dag wilde hij mij bekeren tot de islam, maar hij zei dingen die niet klopten, bijvoorbeeld dat Abraham Ismaël moest offeren. Ik zei: ‘ Dat klopt niet, Abraham moest Isaac offeren!’ En zo kwam hij steeds met meer tegenstrijdigheden. Ik wist toen nog niet veel van de Bijbel, maar ik had er wel één in de kelder liggen. Dus begon ik daarin te lezen om me beter tegen de islam te verweren. Ik kreeg op een gegeven moment het verlangen om echt weer voor Jezus te gaan leven, zoals Hij het bedoeld heeft. Maar eigenlijk leek me dat onmogelijk, omdat ik Hem 7 jaar lang bewust aan de kant had geschoven. Zou Hij mij terug willen?
Zelfmoordpoging
Ik heb je nog vergeten te vertellen dat ik in 1998 een zelfmoordpoging heb ondernomen. Toen kreeg ik van Patrick’s vrouw een boekje: ‘Es gibt einen Weg zurück’ van William Macdonald. Ook dat boekje heb ik op een gegeven moment uit de kelder gehaald en ben het gaan lezen. Het viel me op dat die man precies hetzelfde als ik had meegemaakt. Ook Hij had de Heer met veel vreugde aangenomen en was vrij vlug de wereld weer in gegleden. Deze man sprak over de leegte en eenzaamheid in zijn hart, zelfs als er 100 mensen om hem heen stonden. Achter in het boekje stonden Bijbelteksten waarin duidelijk gemaakt werd dat de Heer je altijd terug aanneemt. Toen ik dat las, brak er iets in mijn binnenste. Ik ben op mijn knieën gegaan, heb Jezus om vergeving gevraagd en al mijn zonden bij de naam genoemd. Ik heb Hem gevraagd of Hij mij de rest van mijn leven wil leiden. Ik jankte als een klein kind. Ik wilde toen ook zo vlug mogelijk weer contact hebben met christenen, dus ik belde Patrick.
Ik heb me in juni 2003 laten dopen. Mijn dooptekst is: ’Deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden.’(Uit het evangelie van Lukas hoofdstuk 15 vers 24)
Prijs de Heer!
Ook kan ik me nog herinneren dat als ik met mijn ouders naar de R.K kerk ging, de schilderijen van de kruiswegstatie me fascineerden.
Toen ik ouder werd geloofde ik ook nog wel, maar ik dacht (als zo veel mensen) ‘Zolang je maar geen bank overvalt of iemand z’n hoofd inslaat, dan kom je er wel.’ Dus met andere woorden: zolang je maar naar je eigen gevoel goed leeft, kom je wel in de hemel.
Ik heb ook nog fases gehad dat ik geloofde in de evolutietheorie. En ook, dat marsmannetjes hier op aarde zijn geweest en dat apen hun eigen DNA hebben ingespoten, waardoor de moderne mens is ontstaan.
Maar diep van binnen wilde ik dat helemaal niet. Want dat alles zou betekenen dat er geen God bestaat en dat aan alles, echt aan alles, ooit een einde komt ( onze aarde, zon, maan en sterren). En dat beangstigde me en gaf me een heel leeg gevoel van binnen.
Op zoek
Rond 1992 ben ik begonnen met drugs te gaan gebruiken en veel uit te gaan. Drie jaar later zat ik op een warme zomermiddag in mijn woonplaats in het openluchtzwembad. Opeens kwam er een jonge man naast me zitten. Hij vroeg uit het niets of ik in Jezus geloofde. Trouwens, in die tijd was ik net begonnen een boek te lezen over een vrouw die een zogenaamde bijna - doodervaring had gehad. Ik zei dus tegen die jongen ( Patrick) dat ik in Jezus geloofde. En ik begon meteen over dat boek te praten. Maar Patrick zei toen dat het geloof toch anders in elkaar zit. Hij heeft me het evangelie vanuit de Bijbel uitgelegd. Ik heb de Heer nog diezelfde dag in mijn leven gevraagd en was toen al heel vurig voor Hem. Dat was dus in 1995.
Terug bij af.
Jammer genoeg ging ik ook nog met mijn oude vrienden om, die gewoon naar de disco gingen, veel dronken en drugs gebruikten. Dus bij mij ging het al gauw weer de verkeerde kant op. Na 4 maanden had ik alweer mijn eerste joint te pakken en een paar dagen daarna zat ik alweer in de disco. Ik geloofde toen wel in Jezus, maar in mijn leven veranderde niets.
Ik dacht wel bijna dagelijks: ‘Wat nou als die christenen wel gelijk hebben en dat jij je echt moet bekeren?’ Maar dan maakte ik mijzelf wijs dat het allemaal maar extreem sektarisch gedoe was.
Vanaf mijn vrij vlugge terugval in de wereld heeft de Heer altijd zijn kinderen op mijn pad gestuurd om me weer ‘thuis’ te brengen. Bijvoorbeeld, op een wel heel harde manier, toen iemand in het langslopen tegen me zei:’Jij gaat naar de hel!’ Een andere keer wilde ik tijdens een wandeling even op een bankje een sigaret roken. Op dat moment keek ik naar beneden. Tussen mijn voeten lag een blaadje. Ik werd nieuwsgierig en raapte het op. Tijdens het lezen draaide ik het om en onderaan stond met pen geschreven: P.S. dit is geen sekte.
Doorbraak
De doorbraak kwam toen een moslim bij mij kwam werken. Al vanaf de eerste dag wilde hij mij bekeren tot de islam, maar hij zei dingen die niet klopten, bijvoorbeeld dat Abraham Ismaël moest offeren. Ik zei: ‘ Dat klopt niet, Abraham moest Isaac offeren!’ En zo kwam hij steeds met meer tegenstrijdigheden. Ik wist toen nog niet veel van de Bijbel, maar ik had er wel één in de kelder liggen. Dus begon ik daarin te lezen om me beter tegen de islam te verweren. Ik kreeg op een gegeven moment het verlangen om echt weer voor Jezus te gaan leven, zoals Hij het bedoeld heeft. Maar eigenlijk leek me dat onmogelijk, omdat ik Hem 7 jaar lang bewust aan de kant had geschoven. Zou Hij mij terug willen?
Zelfmoordpoging
Ik heb je nog vergeten te vertellen dat ik in 1998 een zelfmoordpoging heb ondernomen. Toen kreeg ik van Patrick’s vrouw een boekje: ‘Es gibt einen Weg zurück’ van William Macdonald. Ook dat boekje heb ik op een gegeven moment uit de kelder gehaald en ben het gaan lezen. Het viel me op dat die man precies hetzelfde als ik had meegemaakt. Ook Hij had de Heer met veel vreugde aangenomen en was vrij vlug de wereld weer in gegleden. Deze man sprak over de leegte en eenzaamheid in zijn hart, zelfs als er 100 mensen om hem heen stonden. Achter in het boekje stonden Bijbelteksten waarin duidelijk gemaakt werd dat de Heer je altijd terug aanneemt. Toen ik dat las, brak er iets in mijn binnenste. Ik ben op mijn knieën gegaan, heb Jezus om vergeving gevraagd en al mijn zonden bij de naam genoemd. Ik heb Hem gevraagd of Hij mij de rest van mijn leven wil leiden. Ik jankte als een klein kind. Ik wilde toen ook zo vlug mogelijk weer contact hebben met christenen, dus ik belde Patrick.
Ik heb me in juni 2003 laten dopen. Mijn dooptekst is: ’Deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden.’(Uit het evangelie van Lukas hoofdstuk 15 vers 24)
Prijs de Heer!